Mijn moeder zei altijd: als jij ooit in de zorg gaat werken, dan is het als cliniclown. Ik vond vroeger alles vies. Maar gelukkig is de zorg zo veel meer dan mensen wassen en urine opruimen.
Ik vind het leuk om uit te zoeken wat er aan de hand is met iemand en welke hulp er nodig is. In het ziekenhuis doe je vaak wat de dokter zegt, in de thuiszorg bepaal ik veel meer wat er moet gebeuren. Daarnaast zorg ik voor de hele wijk. Als ik langs een huis fiets waarvan de rolluiken de hele tijd dicht zijn, dan kan ik andere instanties informeren dat daar mogelijk een kwetsbaar iemand woont.
Ik werd tijdens mijn stage verliefd op dit vak. We kwamen bij een hele oude meneer thuis. Hij had cognitieve problemen, kon informatie niet meer goed verwerken. Hij woonde alleen en ondanks zijn problemen reed hij nog met een tractor op zijn eigen land. Dat vond ik zo mooi: dat iemand met zulke problemen nog thuis kan wonen en zo gelukkig is. Ik dacht: hier wil ik een bijdrage aan leveren, dat mensen ondanks hun gezondheidsproblemen thuis kunnen blijven wonen.